Zintuiglijk schrijven

Mijn broertje rent. Zijn handje rent mee. Zijn korte beentjes maken korte hoekige rukjes vooruit. Hij wil lachen maar dat kan niet want dan valt zijn tut uit zijn mond. Zijn haartjes zijn witter dan wit.

Ik hou zijn handje vast. Dan valt hij niet.

De kippen rennen door elkaar over het erf.

In de stal loeien de koeien. Ze loeien altijd. Misschien hebben ze altijd honger. Of willen ze dat ik kom kijken. Maar het stinkt in de stal.

Broertje wil nog harder. Ik moet hem een beetje tegenhouden. Anders valt hij. Dan ligt hij in de kippenkaka. Kaka aan zijn handen en aan zijn knieën. Dat is vies. En het stinkt. Mijn broertje heeft als eens kaka in zijn mond gestopt.

‘Neen!’ roep ik dan. ‘Het is kaka. Het is vies’ Maar het is te laat. Dan kijkt broertje naar mij. Hij proeft en hij vindt het ook vies.

We zijn bijna bij de mesthoop. Als we voorbij de mesthoop zijn, dan zijn we voorbij de put. De stinkput.

Als ik daarin val, ben ik dood. En broertje ook.

Soms kijk ik in de put. De stinkput. Daarin ligt alleen kaka. En soms stukken krantenpapier waarmee de grote mensen hun billen afvegen. En vieze kaka van de koeien uit de stal. Zeik. Zeik is dat.

Als we voorbij de mesthoop zijn, kan ik broertje loslaten. Daar is de wei. Daar is het veilig.

Ik vergeet mijn broertje. Hij is trager dan ik.

In de wei groeien de madeliefjes en de boterbloemen en de pisbloemen. Boterbloemen en pisbloemen zijn geel, zoals boter en pis. Maar pisbloemen pissen wit. Het sap in de steeltjes is wit. Die mag ik niet plukken want dan heb ik vlekken op mijn jurkje. Die gaan niet weg, ook niet als je het jurkje wast in de badkuip van het washuis. In de wei vind ik nog vanalles. Slakken, en kevers en sprinkhanen. En vlinders, veel vlinders.

‘Ik ga er één pakken,’ zeg ik tegen broertje. Maar ik ben niet snel genoeg. Broertje ook niet. Hij wil vooruit maar struikelt. Hij valt. De tut valt uit zijn mond in het gras. Hij gaat op zijn billen zittenen raapt de tut op. Hij steekt de tut terug in zijn mond. De vlinder is nu te ver weg.

SHOW, DON’T TELL

Mijn grootvader scheert zich aan de waskom buiten. Hij staat in zijn onderhemd. Hij zeept met de zeepborstel over de zeep en smeert de witte zeep van de borstel over zijn gezicht. Hij heeft een spiegel aan de nagel naast de deur gehangen. Dan kan hij zijn gezicht met de zeep zien. Hij neemt het knipmes dat open en dicht kan. Het is een scherp mes en ik kan er niet aankomen want dan komt er bloed.

Mijn grootvader scheert alle zeep van zijn gezicht. Het mes schuurt over zijn wang en onder zijn kin. Schuur. Schuur; Schuur.

Hij veegt het scheermes af aan een wasdoekje in de kom. Het water in de kom wordt nu wit van de scheerzeep.

Ik kijk of er geen bloed is als hij klaar is met scheren. Hij kijkt in de spiegel om te zien of er geen zeep meer is. Als het goed is, knipt hij zijn mes terug in de gleuf en legt het onderaan de kom in een potje. Dan schept hij met zijn twee handen in het water met de zeep. Hij buigt zijn hoofd boven de spoelbak. Hij spoelt zijn gezicht af met het water. En terug opnieuw en terug opnieuw. Hij doet ook water in zijn nek. Dan neemt hij de handdoek aan het rekje naast de kom en veegt zijn gezicht schoon. Ook zijn nek. Dan neem hij de kom met water. Hij ziet me staan.

‘Ik gooi je nat,’ zegt hij. Hij lacht.

Ik gil en ren zo snel mogelijk weg. Hij gooit het water weg over het erf.

De kippen fladderen alle richtingen uit.

Most beautiful dick pics in art

I did this for my mom. It was blazing hot, that day in Florence and my mom didn’t like musea. She is 82 years old and she likes to go shopping in the boutiques. She said she couldn’t stand on her legs for so long, she didn’t know anything about art and moreover she wasn’t interested.

This is my momDSCN1430

But seeing Botticelli’s Primavera and The Birth of Venice was on my bucket list for a long time.

So I decided to entertain my mom in the best possible ways to make the museum visit the most enthralling experience ever. I knew a lot of stories and myths so that was the easiest part. To keep her interested was the hardest part. So I invented a comparative contest: who has the most attractive penis?

Nudity in art has never been an issue or taboo in my family, so mom agreed and we started our quest for the sexiest penis in art. I took pictures and close ups of the genitals in the rich sculpture collection. I was about to meet and greet at eye level with Apollo, Bacchus, Saturnus, Hermes, Neptunus, the fauns, Asclepius, Laocoon and his sons…

Starting in the gallery, I was intensively framing the lens of my camera, when I heard a voice behind my back. ‘Du kleiner Schweinchen!’. I turned around to see who had said that aloud. He was short and stocky, with a ruddy face and in his fifties. I had to stop myself from saying:’ You murdered my granddad. You took away my mother’s father. How dare you?’ Instead I shrugged my shoulders, refrained from commenting something as ‘kleiner Schwanz’ and got back to business, unashamed. I was really proud, being there, with my mom, comparing phalluses.

After twenty stories and as many dicks, my mother was tired, said down and said: ‘ They look all the same in the end. Only the stories differ.’

At that point I rested my case and searched the shortest way to the Botticelli’s . I had already made up my mind about the winner!

 

So, if you want to take pictures of the best dick pics in art, just go and visit the Uffizi Gallery in Florence. Take your mom!

IMG_9053

Kind in de oorlog

IMG_3724

09 -05 -2018

Hij had een witte stok. En hij droeg zo’n soort gele bril die de ogen beschermt tegen te veel lichtinval. We stonden te wachten op de bus. Welke bus dat nu voor onze neus stopte. Of dat de 22 of de 23 was. Geen van beide. De bus had geen dienst.

Hij stapte als eerste op de 23, ik ging hem achterna. Ik vroeg hem of ik naast hem mocht zitten.  Waar hij woonde. Wat er gebeurd was met zijn ogen. Hoe oud hij was. Dat zou ik nooit raden, zei hij. Ik raadde het niet. Hij was 87, 67 jaar getrouwd en hij had tot zijn 75ste gewerkt, als mijnwerker en later als klusjesman, tot zijn ogen het niet meer deden. En hij was kind in de oorlog.

De oorlog brak uit op 10 mei 1945 en op 14 mei viel de bom op de mijn waar zijn vader werkte. Hij was 8 jaar.

Drie jaar later keerde hij met zijn moeder terug naar dat deel van Tsjechië, vlak bij Dresden, dat toen  nog een Duitse enclave was.  Toen de Russen naderden in 1945 ging het gezin opnieuw op de vlucht. Bedelen bij elke boerderij om 1 aardappel. Na 6 boerderijen hadden ze 6 aardappelen om te eten. Hij vertelde hoe hij getuige was van de verkrachtingen en plunderingen van de Russen. Ze gedroegen zich als beesten, niet meer als mensen. Hij herinnerde zich  twee veertienjarige meisjes. Die waren samen met hem en nog  twintig vluchtelingen op een kamer bij een gastvrije boer ondergedoken toen de ‘Rus’ binnenviel. Nooit zal hij de kreten vergeten van de meisjes die tot 6 keer toe verkracht werden. Of hij dat zelf gezien had, vroeg ik hem. Het gebeurde in die kamer zei hij. Blind zijn helpt niet om het te vergeten. Ik denk elke dag aan die gruwelen. Zwijg mij ervan. Ik ben mijn vader verloren, mijn broer en mijn familie. Later kwam ik terug naar België, om werk in de mijn te zoeken. Ik begon op mijn achttiende. Op mijn negentiende trouwde ik.

En neen, hij wou liever zijn verhaal niet meer opnieuw vertellen. Zijn vrouw kon er niet zo goed tegen.  Mensen vergeten toch. Zeker de jonge mensen. Ze kennen niemand die verhalen uit de oorlog kan vertellen.

Toen ik eerder dan hij afstapte bedankte hij mij. Omdat ik geluisterd had naar een oude blinde man.

Er waren eens…

IMG_3499

Er waren eens drie steenkappers die stenen kapten voor de bouw van de kathedraal. Een bezoeker vroeg hun: ‘Wat doe je?

De eerste steenkapper zei: ‘Zie je toch? Stenen kappen!
De tweede antwoordde: ‘Ik werk voor de kost.’
Ten slotte zei de derde: ‘Ik draag een steentje bij aan de bouw van een kathedraal. Maar wat de anderen zeiden is ook waar.’